We gaan in gesprek over de totstandkoming van het plan met Marloek de Greeff, beleidsadviseur Regio Gooi en Vechtstreek en gemeente Huizen, en Marjet van Elten, beleidsadviseur sociaal domein Regio Gooi en Vechtstreek. Marjet: “Kijk waar de energie zit en haak daar op aan. We willen dat er dingen gaan gebeuren, daarom maken wij een áctieplan.” 

Regionale werkgroep laaggeletterdheid

In de regio Gooi en Vechtstreek is een actieplan opgesteld met alle acht regiogemeenten: Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren. Vanuit elke gemeente zijn een beleidsadviseur volwasseneneducatie, adviseurs uit het sociaal domein en iemand van de regionale GGD betrokken. Stichting Lezen en Schrijven is vanaf het begin ook aangesloten bij de werkgroep. 

Marjet vertelt: “We merkten dat er veel kennis en bevlogenheid was. Wij hebben er voor gekozen om het regioplan een actieplan te noemen, omdat we nú actie moeten ondernemen. Niet eindeloos schrijven, analyseren en vergaderen, maar doén.” Het actieplan heeft geleid tot veertien concrete thematische uitvoeringsplannen. De aftrap voor het plan is gedaan met een spiegelbijeenkomst in de Week van Lezen en Schrijven 2020: oud-taalcursisten uit de regio konden hun ervaringen delen met onder andere wethouders, beleidsadviseurs, taalaanbieders en consulenten. Zij gaven aan wat goed en fijn was, maar ook wat beter of anders kon. Marloek: “De sfeer tijdens deze bijeenkomst was heel positief en motiverend. De input van de doelgroep is dan ook het uitgangspunt geweest voor het opstellen van dit plan.” 

“Kijk waar de energie zit en haak daar op aan. We willen dat er dingen gaan gebeuren, daarom maken wij een áctieplan.

Gedeelde verantwoordelijkheid

Iedere gemeente is trekker van één of meerdere uitvoeringsplannen waarin per thema de doelstellingen, activiteiten en planning voor het hele jaar worden bepaald. Deze worden met elkaar besproken tijdens de regionale bijeenkomsten en vormen meteen de basis voor de verantwoording en voortgangsrapportage van het geheel. Er is veel gesproken over regionale verschillen en behoeften. Zo zijn er bijvoorbeeld grote verschillen tussen de regiogemeenten op het percentage laaggeletterden: In Hilversum is dit 14% en in Weesp 1%.  

“We hebben het regioplan met elkaar opgesteld zodat iedere wethouder voor zijn of haar gemeente kan aangeven waarop zij kunnen en willen inzetten. De onderwerpen zijn verdeeld naar waar de kennis en energie zit,” vertelt Marloek. “Zo werkt in gemeente Wijdemeren een beleidsadviseur volwasseneneducatie die ook participatie en schulden in haar takenpakket heeft. Zij is daarom de trekker van het uitvoeringsplan schulden. Daarin staat bijvoorbeeld dat schuldhulpmaatjes worden getraind zodat zij laaggeletterdheid herkennen en mensen kunnen doorverwijzen.” Marjet: “Het belangrijkste is dat alle gemeenten zich betrokken voelen, dan is de kans van slagen het grootst.” Marloek: “Daarnaast willen we ook een brede ondersteuning bieden aan professionals en vrijwilligers die met deze inwoners in aanraking komen. We zetten daarom de training Aanpak Laaggeletterdheid veel in,” zegt Marloek. 

Taal is de sleutel

Taal is de sleutel om mee te kunnen doen in de samenleving. “Bij bijna elk onderdeel in het sociaal domein komt laaggeletterdheid ter sprake. Wij denken dan ook dat je niet specifiek zoiets als een taalcafé moet organiseren. Je moet juist zijn waar de doelgroep al is, dan heb je veel meer kans dat je ze bereikt. En dat je met taalaanbod kunt aansluiten bij hun interesses”, zegt Marjet. Marloek vult aan: “Denk aan samenwerkingen met scholen, de voedselbank, werkgevers en wijkcentra. Verder kun je het beste aansluiten bij bestaande activiteiten en projecten die goed lopen. En ze dan zo inrichten dat we ook laaggeletterden bereiken.” 

Bekijk hier een aantal video’s waarin ervaringsdeskundigen vertellen hoe taal voor hen de sleutel is tot de samenleving. 

Monitoring van de impact

Een ander onderdeel van het plan is een brede monitoring. Voor een deel bestaat dit uit gegevens die er al zijn vanuit de WEB. “We willen dit aanvullen met gegevens over de impact: wat is het effect van de inzet van de WEB-middelen? Wat bereiken mensen met het aanbod? Deze informatie halen we op in samenwerking met Qwasp, het monitoringssysteem van Maurice de Greef, professor Leereffecten Laagopgeleiden & Laaggeletterden aan de Vrije Universiteit van Brussel. Wij vinden het belangrijk om te zien wat voor impact onze acties hebben, in combinatie met verhalen van mensen”, vertelt Marloek.  

Ervaringen van cursisten

Eén van de uitvoeringsprojecten in het plan is Taalambassadeurs werven uit de regio Gooi en Vechtstreek. De verhalen van ervaringsdeskundigen zijn belangrijk om te horen. Zij kunnen vertellen waar knelpunten zitten en waarmee ze geholpen zijn. En zij kunnen helpen om laaggeletterden te bereiken. “We betrekken ook mensen die op dit moment een taalcursus volgen. Zo vragen we hen bijvoorbeeld om de websites van organisaties te beoordelen. Kunnen ze informatie goed vinden? En is die begrijpelijk? Daarnaast willen we niet alleen ervaringsdeskundigen aan ons verbinden als ambassadeurs, we willen ook BN’ers inzetten die de doelgroep aanspreken. Ook zij kunnen helpen om mensen te bereiken, mensen op weg te helpen en belemmeringen en taboes weg te nemen”, zegt Marjet. 

Tips voor andere regio’s

  • Kijk waar de energie zit en haak daar op aan. Niet door naar belemmeringen te kijken, maar door mogelijkheden te zien. 
  • Ga dingen doen. Niet eindeloos schrijven en in de theorie duiken.  
  • Maak je plannen niet te groot. Je kunt wel op veel verschillende gebieden inzetten en hoge doelen stellen als ‘100% van de NT1’ers bereiken’, maar de kans dat dat je lukt is klein.  
  • Communiceer duidelijk en eenvoudig. Communicatie wordt meestal gezien als een middel en niet als doel, maar dit is zeker een belangrijke actie. Zeker als het gaat om communicatie vanuit de overheid. 
  • Ga naar buiten, daar waar de doelgroep zich bevindt. Mensen die aan hun basisvaardigheden willen werken zijn vaak mensen die nog een hele toekomst voor zich hebben en die graag willen leren. Het is aan ons om ze te bereiken en te helpen.  
  • Werk samen met enthousiaste organisaties zoals welzijnsorganisaties, (taal)scholen, bibliotheken, voedselbanken en woningbouwverenigingen. Dat is heel leuk! 

Meer weten?

Wilt u meer weten over de aanpak van laaggeletterdheid in regio Gooi en Vechtstreek? Neem dan contact op met onze lokale adviseurs Marleen Hensbergen via marleenhensbergen@lezenenschrijven.nl of Eeke Riegen via eekeriegen@lezenenschrijven.nl. Wilt u meer weten over de ondersteuning van gemeenten bij de aanpak van laaggeletterdheid door Stichting Lezen en Schrijven? Neem dan contact op met programmamanager Anna van den Boogaard via annavandenboogaard@lezenenschrijven.nl

Logo Regio Gooi en Vechtstreek

Vragen?

Neem contact op met een van onze adviseurs.

Marleen Hensbergen

Adviseur

Eeke Riegen

Adviseur