Klasien Middel van het Friesland College heeft in opdracht van en in samenwerking met Stichting Lezen en Schrijven de afgelopen periode voortgangstoetsen en vragenlijsten verspreid onder de Friese Taalhuizen.

“Stichting Lezen en Schrijven zorgt voor veel materiaal voor het zogenaamde non-formeel leren in de Digi-Taalhuizen. Een meting hoort daarbij”, zegt Middel. Naast haar werk op het Friesland College is ze Taalhuiscoördinator in Harlingen en dus ervaringsdeskundige. Eind 2017 is ze als aanjager en uitvoerder gestart met het verspreiden van de voortgangstoetsen en vragenlijsten. Volgens Middel was het soms best pittig om meer te weten te komen over de sociale inclusie van de deelnemers in Digi-Taalhuizen. “We willen een goed beeld krijgen van de doelgroep. Daar hoort ook een vraag bij als ‘voelt u zich eenzaam?’. Dan kan iemand verdrietig worden als die aangeeft dat hij of zij niemand heeft om problemen mee te delen of er geen contact meer is met familie of kinderen.”

Vorderingen

Met de hulp van Taalhuiscoördinatoren hebben in zes weken tijd ruim 200 mensen vragenlijsten ingevuld en leestoetsen gemaakt. Dit is een nulmeting. Middel erkent dat het toetsen van deelnemers spanning kan opleveren. “Maar in de praktijk blijkt dat mensen het leuk vinden om leestoetsen te maken.

Vooral als ze merken dat ze vorderingen maken. Dan is het een opsteker voor hen.” Het opzetten van de voortgangstoetsen en vragenlijsten heeft veel tijd gevergd. Het afnemen van de voortgangstoetsen en vragenlijsten vergde behoorlijk wat tijd. Maar die investering betaalt zich terug, zodra de Taalhuiscoördinatoren het overnemen en ze periodiek gaan inzetten. Zo kan er een goed beeld ontstaan van de impact van de aanpak van laaggeletterdheid. In mei volgt een tweede toetsronde, waarna conclusies kunnen worden getrokken. “Wij zijn daar nieuwsgierig naar.”

Meer weten?

Neem contact op met onze adviseur.

Corianne Bakker

Friesland