Gistermiddag verscheen een Kamerbrief over de stand van zaken van het Leesoffensief. Hierin onderkennen ministers Van Engelshoven en Slob dat het tij gekeerd moet worden als het gaat om de leesvaardigheid in Nederland. De leesvaardigheid moet omhoog, en de ministers geven prioriteit aan de verbinding van leesonderwijs met leesplezier. Zij spreken van een beweging die zij in gang willen helpen zetten. Dit sluit aan bij het manifest Oproep tot een ambitieus Leesoffensief, dat gisterochtend vroeg werd gepubliceerd door de Leescoalitie*, ondersteund door elf organisaties uit het veld van onderwijs, cultuur en jeugdgezondheid. De initiatiefnemers van het manifest spreken de verwachting uit dat de ministers ook oog hebben voor de financiële implicaties die deze wens met zich meebrengt. Het is in het belang van onze hele bevolking dat het niet blijft bij voornemens, maar dat deze vertaald worden in een integrale aanpak, met een stevig investeringsbudget. Ook mogen (jong)volwassenen die het lezen niet of onvoldoende beheersen daarbij niet vergeten worden.
 
De Leescoalitie vraagt in haar gisteren verschenen manifest om een ambitieus leesoffensief en constateert dat uit de Kamerbrief zeker ambitie spreekt. De ministers schrijven: "We zien al een aantal jaren dat het leesplezier daalt, en we zien ook dat de leesvaardigheid van met name zwakke lezers daalt. We vinden dit onacceptabel en leggen ons hier niet bij neer."
 
Gerlien van Dalen, voorzitter van de Leescoalitie: “De Leescoalitie deelt de beschreven visie, met ons manifest vragen we daarom om krachtig en gezamenlijk ingrijpen. De ministers geven aan wat zij op korte termijn willen doen. Hierbij gaat het om impulsen die vanuit verschillende departementen worden of moeten worden gegeven. Dus verderstrekkend dan alleen OCW. Ook dit sluit aan bij onze analyse en gewenste strategie. Met ons manifest hebben wij daartoe de eerste belangrijke stap gezet. De reactie van de ministers zien wij als een voorname steun in de rug.”

Gezamenlijke aanpak

De ministers benoemen maatregelen in vve, po, vo, bibliotheken en curriculumvernieuwing. Hiermee beogen de ministers op korte termijn stappen te zetten richting meer leesmotiverend leesonderwijs. Deze aanpak sluit aan bij de visie van de Leescoalitie en haar partners dat leesbevordering vanuit een gezamenlijke visie integraal zou moeten worden vormgegeven. 
  
Om zowel op korte als lange termijn meer focus te krijgen op leesvaardigheid en leesplezier, willen de ministers een actie-agenda opstellen met maatschappelijke partners, zowel binnen het onderwijs als met leesbevorderings-organisaties. Dit sluit aan bij de ambitie van de Leescoalitie en de medeondertekenaars om de kracht van alle spelers in het veld te benutten. Gerlien van Dalen: “In de volgende fase van uitwerking zal de afstemming met leraren prioriteit hebben. Zij moeten vaak in moeilijke omstandigheden hun belangrijke werk verrichten. Willen wij werkelijk een slag maken, dan zijn de visie en inbreng van leraren noodzakelijk. Daarbij zal er ook oog moeten zijn voor financiële implicaties. Een integrale aanpak vergt investeringen op diverse fronten.”

Vergeet volwassenen niet

Tot slot: de kamerbrief richt zich op kinderen, jongeren en gezinsaanpak. Dit accent op de preventieve aanpak van laaggeletterdheid is uitstekend. De Leescoalitie waarschuwt om ook de investeringen in curatie niet te vergeten; de aandacht voor volwassenen die het lezen niet of onvoldoende beheersen. Zij ondervinden nu al vaak problemen op de arbeidsmarkt. Juist ook voor hun kinderen is het van belang dat ze worden voorgelezen en op weg geholpen naar een leven lang leren. Zo werken we aan eerlijke kansen voor iedereen.

De Leescoalitie

De Leescoalitie is een samenwerkingsverband tussen Stichting Lezen (voorzitter), Stichting CPNB, Stichting Lezen en Schrijven, Literatuurmuseum/Kinderboekenmuseum, de Koninklijke Bibliotheek, de Vereniging van Openbare Bibliotheken en het Nederlands Letterenfonds. Het manifest wordt verder ondersteund door de PO-Raad, de VO-Raad, de Taalunie, de Schrijverscentrale, De Schoolschrijver, KNAW, SLO, Ouders & Onderwijs, LAKS, het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid en de SER.