Ab Reijgersberg was tot zijn 52ste jaar een van die vele laaggeletterden. Toen zette hij de moedige stap om te leren lezen en schrijven. Nu is hij taalambassadeur en vertelt hij zijn verhaal onder meer bij ziekenhuizen. Zo wil Ab zorgverleners ondersteunen om laaggeletterden te stimuleren een taal- en rekencursus te volgen. “Omdat je er echt beter van wordt”, aldus Ab.


Tekst: Joyce de Schepper

“Het is ontzettend belangrijk dat er wordt geïnvesteerd in het probleem dat laaggeletterdheid met zich meebrengt. Zodat mensen de mogelijkheid krijgen om echt mee te doen in de samenleving. Dat zou voor iedereen iets opleveren.” Ab weet wat het betekent om een taalachterstand te hebben. Lange tijd verborg hij zijn taalproblemen voor anderen. Toen kreeg hij problemen met zijn gezondheid en moest daardoor ook op zoek naar ander werk. Daardoor zette hij de stap om zich op te geven voor een taal- en rekencursus. “Met klotsende oksels, dat wel”, verwoordt hij hoe zenuwachtig hij was. Bang voor een taal- en rekentest en vooral voor de rode pen.

Je bent afhankelijk

Hij zette door en vertelt nu als taalambassadeur over wat het betekent als je een taalachterstand hebt. “Het ergste is dat je niet in staat bent om je eigen ding te doen. Je bent steeds afhankelijk van iemand in je omgeving die je wegwijs maakt. Iemand die je brieven leest, formulieren invult, het gebruik van voorgeschreven recepten voorleest en vertelt wat er in de bijsluiter staat.”

foto: Gerard Mühlradt Fotografie

Veel hobbels in de weg

Ab neemt ons in gedachten mee op een huisartsenbezoek en een afspraak met een specialist in de tijd dat hij nog moeite had met lezen en schrijven. Dat is een hele onderneming, zo blijkt. “Het begint al bij het maken van de afspraak. Je hoopt maar dat je de afspraak goed hebt onthouden. Zo werkt dat bij mensen die moeite hebben met taal, die proberen nou eenmaal alles te onthouden”, licht Ab toe.

Veel laaggeletterden kennen talloze trucs waarmee ze hun taalachterstand verdoezelen.

– Ab Reijgersberg

“Bij de dokter moet je dan uitleggen wat je klachten zijn. Dat is vaak ook lastig als je moeite hebt met lezen en schrijven. Voor een vervolgafspraak in het ziekenhuis wordt het helemaal spannend. Allereerst ben je – zoals ieder mens – misschien wat zenuwachtig. Daarnaast is het voor mensen die slecht kunnen lezen, vaak heel ingewikkeld om de weg te vinden. Ook al zijn er palen met goede bewegwijzering, het is één grote letterbrij. Na het onderzoek bespreekt de arts samen met je hoe de behandeling eruitziet en moet je beslissen wat je doet. Dat is knap lastig, want hoe kun je vragen stellen als je niet begrijpt waar het precies over gaat? Zeker als er ingewikkelde woorden worden gebruikt en je een folder toegeschoven krijgt. Of een internetadres waar je meer informatie kunt vinden. En dan heb ik het nog niet over de medicijnen en eventuele vervolgafspraken.”

Een meester in verbergen

Het is voor veel mensen moeilijk om taalproblemen bij anderen te herkennen. Ook voor mensen die in de zorg werken. Zeker als mensen van oorsprong een Nederlandse achtergrond hebben. Daar verwachten we het niet van en je ziet het niet aan de buitenkant. Daarnaast weten veel mensen hun moeite met lezen en schrijven goed te verbergen, weet ook Ab uit ervaring. “Veel laaggeletterden kennen talloze trucs waarmee ze hun taalachterstand verdoezelen. Ze nemen iemand mee naar de dokter, zeggen dat ze thuis de informatie wel lezen. Ze zijn hun bril vergeten of – ja dat komt ook voor – doen hun hand in het verband.” Terugblikkend is Ab blij dat hij de taal- en rekencursus heeft gevolgd. “Met taal maak je je toekomst. Ik kan me nu prima redden in de maatschappij.”

(bron: Santiz Magazine)