De samenwerking startte via een subsidie vanuit het programma Kans voor de Veenkoloniën, waarvan het Zorg Innovatie Forum (ZIF) de penvoerder is. Dit leidde tot meer deelnemers aan cursussen in de Taalhuizen. Sinds de start in 2017 kwamen er 3.000 nieuwe deelnemers bij. Dankzij een beter taalnetwerk met het lokale en regionale bedrijfsleven en met maatschappelijke organisaties, gaat doorverwijzen naar een Taalhuis nu sneller. 

Taalkans voor de Veenkoloniën

Vanuit het programma Kans voor de Veenkoloniën startten we het project Taalkans voor de Veenkoloniën. Dit programma richt zich op een duurzame verandering in de leefsituatie en gezondheid in de Veenkoloniën. Onder andere de gemeenten Westerwolde, Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Aa en Hunze, Midden-Groningen, Oldambt, Pekela, Stadskanaal en Veendam deden mee. Door het project Taalkans voor de Veenkoloniën hebben we een goed functionerend en zelfstandig taalnetwerk kunnen bouwen waar laaggeletterden aan hun vaardigheden kunnen werken, deze kunnen verbeteren en daarmee zelfstandiger worden. Samen met partners als gemeenten, bibliotheken, (taal)aanbieders formeel en non-formeel, bibliotheken en vindplaatsen in het sociaal domein. Deze methodiek heet Taal voor het leven. Uit onderzoek blijkt dat deze lokale aanpak succesvol is. 

Gezondheid

Nu de taalinfrastructuur staat, wordt in de Veenkoloniën ingezet op de aanpak Voel je goed!, een combinatie van individuele eet- en beweegadviezen van een diëtist en groepslessen gezondheidsvaardigheden van een getrainde vrijwilliger met als doel een gezonder gevoel en gewicht. Daarmee ligt, op verzoek van het ZIF, de nadruk op gezondheid qua aanbod van de scholing. Tijdens het gezondheidsprogramma werken deelnemers ook aan hun taalvaardigheden. Specifiek voor Voel je goed! waren er rond de 90 deelnemers in 2018 en 93 in 2019. Ondanks het coronavirus, waren er in 2020 al 85 deelnemers. Dit waren vooral deelnemers met Nederlands als moedertaal. Aanmeldingen kwamen uit verschillende hoeken: via onderwijs en sociale werkbedrijven, maar ook via welzijn en zorg. 

Resultaten

Daarnaast werden de volgende resultaten de afgelopen jaren in de Veenkoloniën behaald: 

  • De oprichting van een nieuw taalnetwerk in Groningen van onder meer gemeenten, welzijnsinstellingen, bibliotheken en (taal)aanbieders. Er zijn tegenwoordig meer vindplaatsen in het sociaal domein waar laaggeletterden aan hun basisvaardigheden kunnen werken. 
  • In de Drentse gemeente Hoogeveen liep bij het Werkplein een pilot met structurele screening op laaggeletterdheid. Van de 40 personen zijn er 25 doorverwezen naar een leertraject.  
  • Professionals van de afdelingen WMO, Jeugd en Participatie (Werk en Inkomen) van een aantal gemeenten en verschillende organisaties, kregen in 2019 een training in het herkennen en doorverwijzen van laaggeletterden.  
  • De Volkskredietbank, de Gemeentelijke Kredietbank en het Leger des Heils ontwikkelden samen een plan voor een duurzame aanpak van laaggeletterdheid binnen hun eigen organisaties. Ook is er meer aandacht voor mensen in kwetsbare situaties, zoals inwoners uit de Veenkoloniën met een afstand tot de arbeidsmarkt.  
  • In Oldambt en Pekela opende Sociaal Werkbedrijf Afeer een taalpunt. Afeer stimuleert de opleiding en ontwikkeling van zijn medewerkers. Daarmee verbetert bij hen de taalvaardigheid. Bij deze taalpunten kunnen medewerkers terecht voor groepslessen en individuele lessen. 

Vervolg

De ingeslagen weg gaat door in de Drentse en Groningse Veenkoloniën. Alle betrokken partijen zien het belang van de aanpak laaggeletterdheid. Specifiek voor Groningen geldt dat bijna alle gemeenten het Taalakkoord in november 2019 hebben ondertekend, waarmee zij de integrale aanpak laaggeletterdheid van 2020 – 2024 in de provincie Groningen vervolgen.  

De bestaande Taalhuizen blijven, zoals het er nu uitziet, voor de regio behouden. De uitdaging blijft vooral inwoners met Nederlands als moedertaal op te sporen. Binnen de plannen die per regio zijn opgesteld voor de aanpak laaggeletterdheid is dit een van de speerpunten.