De coronacrisis raakt alle onderdelen van onze maatschappij, zo ook het volwassenenonderwijs. Deelnemers kunnen vaak niet meer in een klas bij elkaar komen. Daarom organiseren bibliotheken, roc’s en taalaanbieders steeds meer online lessen in bijvoorbeeld taal, rekenen en digitale vaardigheden. Online onderwijs is zo een belangrijke manier om volwassenenonderwijs door te kunnen laten gaan in bijzondere situaties als de coronacrisis. Dit blijkt uit het vandaag gepubliceerde onderzoek Online leerbehoeften van laaggeletterden van Stichting Lezen en Schrijven.  

Online belangrijker

Met deze ontwikkeling komen ook heel veel nieuwe vragen op. Om daarin inzicht te krijgen heeft Stichting Lezen en Schrijven daarom dit onderzoek onder zowel laaggeletterden als professionals gehouden. Uit de beantwoording op een hele reeks vragen blijkt dat de helft van de ondervraagden denkt dat online onderwijs belangrijker gaat worden in de toekomst. Verder geven zij aan het online onderwijs leuk te vinden, omdat ze op die manier kunnen blijven leren. Toch zou driekwart wel het liefst les in de klas volgen. Dit omdat zij contact met anderen prettig vinden en zo makkelijker hulp kunnen krijgen bij het leren.  

Tel mee met Taal

Het onderzoek is onderdeel van de Aanpak laaggeletterdheid in gemeenten. Stichting Lezen en Schrijven ondersteunt al jaren gemeenten bij de aanpak van laaggeletterdheid. Dit wordt gefinancierd door de Rijksoverheid binnen het programma Tel mee met Taal. In Nederland zijn 2,5 miljoen mensen die moeite hebben met lezen, schrijven en rekenen. 
 

Online leerbehoeften van laaggeletterden

Leren in coronatijd: meer online, maar liever in de klas