Zij lopen een diagnoseprogramma door dat bestaat uit gesprekken, trainingen, tests en begeleiding bij het zoeken naar werk. Tijdens dit programma wordt bij álle deelnemers de Taalmeter afgenomen, zonder onderscheid in opleidingsniveau of taalachtergrond. Als er een indicatie voor taalachterstand is, vraagt de begeleider op motiverende wijze naar de behoefte hier iets aan te doen en in een vervolgafspraak worden de mogelijkheden besproken. Op basis daarvan zorgen deelnemer en begeleider samen voor aanmelding bij het Taalhuis om passend (les)aanbod te vinden.

Wat levert het op?

Van juli 2016 tot september 2017 is de Taalmeter 335 keer afgenomen. Hierbij haalden 88 mensen het niveau 1F niet en hebben 58 mensen het niveau 2F niet gehaald. Van deze 146 mensen, voor wie taalles veel kan opleveren, heeft nog niet iedereen zich gemeld bij het ROC of het Taalhuis.

Succesfactoren

  • De Taalmeter is voor alle deelnemers een vrijwillig onderdeel van het diagnosetraject. Dat maakt deelname laagdrempelig en zorgt ervoor dat 100% meewerkt.
  • Het gesprek over taalvaardigheden wordt niet direct in het diagnoseprogramma aangegaan, maar pas op het moment dat de begeleider en de deelnemer een band hebben opgebouwd.
  • De Taalmeter wordt individueel afgenomen en niet in groepen. Zo kan niemand vergelijken, meekijken of zich eventueel schamen.
  • Laaggeletterden met een Nederlandse achtergrond weten vaak van zichzelf of ze moeite hebben met lezen en schrijven, maar ze kennen de weg niet naar het juiste (digi)taalaanbod. Via de Taalmeter kun je deze mensen op weg helpen.

Uitdagingen

  • Een individuele aanpak is belangrijk. Zeker bij een groep zoals die bij Senzer de Taalmeter maakt; mensen van 16 tot 65 jaar, hoog en laag opgeleid, met weinig en veel werkervaring en verschillende culturele achtergronden.
  • De uitslag van de Taalmeter is indicatief, maar wordt wel ervaren als oefening en kan een goed startpunt zijn voor een gesprek over (digi)taalvaardigheden en de mogelijkheden hiermee aan de slag te gaan.
  • Het motiveren van mensen met indicatie laaggeletterd om aan hun taalvaardigheid te werken blijft een uitdaging. Dat percentage ligt nog te laag.

De volgende stappen

Senzer wil zich naast op de mensen die begeleiding naar werk nodig hebben ook richten op werkende laaggeletterden. Senzer gaat met de Helmondse taalpartners en Stichting lezen & Schrijven werkgevers benaderen om ze bij de aanpak te betrekken.